Raseigenschappen

Raseigenschappen

Formaat

Het gewicht van een volwassen stier met een schofthoogte tussen de 1,45 mtr.  en 1,50 mtr.  varieert tussen 1.100 en 1.250 kg. De zwaarste stieren wegen meer dan 1.300 kg.
Het gemiddeld gewicht van een volwassen koe met een schofthoogte van 1,32 tot 1,34 mtr. bedraagt 700 tot 750 kg. Sommige koeien met een gestalte van boven de 1,40 mtr.  halen een gewicht van 850 tot 1000 kilogram.

 

Vacht

Hoewel de meeste gekeurde exemplaren bontgekleurd zijn, treft men bij dit ras 3 kleurtypes aan: volledig wit, blauw (blauwbont), zwart (zwartbont).
Deze 3 fenotypes van de vacht zijn toe te schrijven aan de afscheiding van een paar genen die overgeërfd zijn van de Shorthorn. Het blauw (equivalent van de roodschimmel kleur bij de Shorthorn) vormt het middelste heterozygoot fenotype. Van deze 3 fenotypes van kleur is zwart dat het minst voorkomt in de populatie.

 

Combinaties bij de ouders

Samenstelling bij de nakomelingen

 

wit

blauw

zwart

wit       x    wit

100%

  
wit       x    blauw

50%

50%

 
wit       x    zwart 

100%

 
blauw  x    blauw

25%

50%

25%

blauw  x    zwart 

50%

50%

zwart   x    zwart  

100%

Zootechnische eigenschappen

Leeftijd bij 1ste kalving:
Het Belgisch Witblauwras is een vroegrijp vleesras. Op een gewicht van 35zoogkoe0 tot 400kG begint een vaars in cyclus te komen, dit is op een leeftijd van ongeveer 16-19 maanden.
De leeftijd waarop voor het eerst wordt gekalfd, bedraagt gemiddeld 29,6 maanden. Wanneer de groei van de runderen in de opfokperiode maximaal benut wordt, is het goed mogelijk om de runderen op 24 maanden de eerste maal af te laten kalven.

Drachtduur en tweelingengeboorte:
Het BWB rund behoort tot de groep van rassen met een relatief korte dracht. De gemiddelde dracht duurt bij de mannelijke foetus 282.6 dagen en bij de vrouwelijke 281.6 dagen.
De frequentie van een dracht met tweelingen is gemiddeld 2.3 %.

Geboortegewicht:
Het geboortegewicht bedraagt gemiddeld 47 kg voor de mannelijke kalveren en 44 kg voor de vrouwelijke kalveren.

Tussen kalftijd:
De gemiddelde tussenkalftijd bedraagt 13,5 maanden. Voor 75 % van de koeien, varieert deze van 11 tot 15 maanden.

Aantal geslaagde KI:
In het moederland België zijn ongeveer 50 % van de geboorten afkomstig van kunstmatige inseminatie.
Het non return percentage bedraagt 69.7 %.

Kalvingswijze:
Een kalf van het vlees type kan in de handel, twee- tot driemaal méér opbrengen dan een doorsnee kalf. De waarde van een bevleesd kalf is zo groot, dat het leeuwendeel van de fokkers geen enkel risico neemt en bij kalving de keizersnede toepast, die wordt beschouwd als een technische keuze. Deze ingreep beperkt het perinataal sterftecijfer tot een minimum.
Wanneer Belgisch Witblauwe stieren worden ingezet voor gebruikskruising met melkvee (met als doel een kalf met een hogere commerciële waarde te fokken), bedraagt het percentage keizersnede ongeveer 4 %.
Bij onderzoek in diverse Europese landen waarbij Belgisch Witblauwe stieren werden ingezet op koeien van verschillende rassen, (Holstein, Hereford, Angus) werd aangetoond dat de frequentie van geassisteerd kalven ongeveer even groot is bij Belgisch Witblauw als bij andere continentale vleesrassen.

Dagelijkse groei voederconversie

De Gemiddelde Dagelijkse Groei (GDG) van fokstieren van 7 tot 13 maanden van het rundveeselecvoederconversie1tie centrum bedraagt 1.6 kg/dag. In de periode van het afmesten bedraagt de dagelijkse groei 1.2 kg/dag.
De voederconversie ( kilogram krachtvoeder per kilogram groei) is zeer positief voor Belgisch Witblauw vee.

De verbruiksindex tussen de 7 en 13 maanden bedraagt ongeveer 5 kg krachtvoeder / kg groei.
Aangezien Belgisch Witblauw vee heel weinig neiging heeft om vet aan te zetten, kan het vee opgefokt en afgemest worden op basis van een energierijke voeding die resulteert in een gewichtstoename zonder het risico van de vorming van overmatig vet. De jonge stieren die worden afgemest, worden op een leeftijd van 18 á 19 maanden oud geslacht met een levend gewicht van ongeveer 650 kilogram.

Rendement bij de slachting

Bij het Belgisch Witblauw ras bedraagt het slachtrendement 70% en meer. Het vleesrendement van het karkas bedraagt 82%. Deze dieren leveren bij eenzelfde levend gewicht van, bijvoorbeeld, 600 kg, 100 kg vlees méér dan de exemplaren waarvan het rendement bij slachting 60% bedraagt.
Dankzij deze kenmerken produceert het Belgisch Witblauw ras op een efficiënte wijze vlees met een minimaal slachtverlies.

Wanneer een karkas van een rund van het Belgisch Witblauw ras door een vakkundige slager uitgesneden wordt, zijn er heel wat spieren (vlees) die 1e categorie gekeurd worden, terwijl dezelfde spieren bij de gewone runderen behoren tot de 2ecategorie. Het gevolg is een hoger rendement (+34%) aan stukken met een snellere kooktijd.