Genetica

Genetica

Het zuivere Belgisch witblauw ras is van vroeger uit een vrij kleine populatie doordat het een lokaal ras is. De populatie groeit de laatste jaren aanzienlijk aan omvang en verspreid zich over vele landen wereldwijd. Getuige hiervan is het internationaal stamboek IBBC . Van groot belang is dan ook om de bloedverwantschap in de gaten te houden. Bloedverwantschap wordt ook wel inteelt genoemd. Het BWB-ras heeft ook te maken met inteelt in de populatie. De oorzaak moeten we zoeken bij het massaal gebruik van een select aantal populaire KI-stieren, enkele decennia geleden. Inteelt is het paren van individuen die gemeenschappelijke voorouders hebben. Bij inteelt is de kans dat overeenkomstige genotypen gepaard worden groter dan bij een willekeurige paring. Inteelt is meestal schadelijk, het gaat gepaard met inteeltdepressie. Dit is de vermindering in onder andere weerstandsvermogen en vruchtbaarheid, die het gevolg zijn van het uitsplitsen van schadelijke eigenschappen, zoals bij dieren die drager zijn van erfelijke gebreken. Door inteelt neemt de frequentie van de homozygote genotypen toe, dus ook die van de homozygoot recessieve genotypen. Inteelt schept geen gebreken, maar brengt meer homozygotie met zich mee. Inteelt kan alleen gebreken aan het licht brengen die al aanwezig zijn in het ras. Hoe zeldzamer het gebrek, hoe belangrijker de rol van inteelt. Als het gebrek zeldzaam is, is het beperkt tot een enkele familie en moeten leden van deze familie zich verenigen om twee exemplaren van hetzelfde gen bij elkaar te brengen, waardoor zij gebrekkige dieren zouden kunnen geven. Echter als het gebrek frequent is komt het in meerdere families voor. Dan is het mogelijk dat niet bloedverwante ouders gebrekkige nakomelingen krijgen zonder dat er sprake is van inteelt. Het is dus van wezenlijk belang dat de registratie/stambomen volledig zijn. Er zijn minimaal vijf geregistreerde generaties nodig om op een betrouwbare wijze de inteeltgraad van een individueel dier te kunnen berekenen. Let op, inteelt percentage is de som van meerdere gemeenschappelijke voorouders en niet van bijvoorbeeld 1 gemeenschappelijke voorouder. In onderstaande tabellen zijn weergegeven welke inteeltcoëfficiënt nog aanvaardbaar zijn en de coëfficiënt bij verschillende paringsmogelijkheden.
Indeling van paringen op basis van Inteeltcoëfficiënt

klasse

aanvaardbaar

Risicovol

onaanvaardbaar

Inteeltcoëfficiënt

< 3,125 %

3,125 % – 6,25 %

> 6,25 %

Inteeltcoëfficiënt bij enkele paringsmogelijkheden

Paring van

inteeltcoëfficiënt

Ouder x nakomeling

25 %

Volle broer x volle zuster

25 %

Half broer x half zuster

12,5 %

Ouder x kleinkind

12,5 %

Neef x nicht

6,25 %

Zoon x kleindochter

6,25 %

Klein zoon x klein dochter

3,13 %

Het stamboek adviseert m.b.t. inteeltgevaar het volgende: – zorg voor een zo laag mogelijk inteeltpercentage, dit bevordert de functionele kenmerken; – een percentage van < 3,125% is voor stamboekopname aanvaardbaar; – fokstieren met een hoog inteeltpercentage bij voorkeur vermijden; – maak de afstammelingen inzichtelijk door een uitgebreide stamboom met minimaal 5 generaties en bereken en bepaal de inteeltgraad (voorbeeld) of; – maak gebruik van een stieradvies programma van vee-verbeteringsorganisaties. Alle diersoorten en alle rundveerassen zijn drager van genetische gebreken van allerlei aard. Dat geldt dus ook voor het Belgisch witblauw ras en heeft mis­schien iets meer dan andere rassen te kampen met een aantal genetische af­wijkingen. Een erfelijke (genetische) afwijking is een gebrek in de bouw en de werking van het lichaam die overgedragen kan worden via het erfelijk materiaal. Erfelijke afwijkingen zijn niet hetzelfde als aangeboren afwijkingen. Deze laatste kunnen genetisch bepaald zijn, maar kunnen ook veroorzaakt worden door invloeden van buitenaf. Doordat er bij het Belgisch Witblauw intensief aan selectie wordt gedaan, is het belangrijk om de verschillende erfelijke kenmerken en hun gevolgen te kennen. Het is dus belangrijk om te weten of een bepaald dier drager is van een erfelijk kenmerk of niet.
175px-DNA_Overview2

DNA-profiel

In 2009 zijn wetenschappers erin geslaagd de genetische code van de koe volledig in kaart te brengen op basis van het DNA van een Hereford rund. Circa driehonderd wetenschappers in 25 landen hebben zes jaar lang aan de ontrafeling van de 22.000 genen gewerkt. Een belangrijke rol in de ontwikkeling van het Belgisch witblauw ras is weggelegd voor prof. emeritus Roger Hanset, die beschouwd kan worden als de wetenschappelijke vader van het Belgisch witblauw ras. Hij legde onder meer de aanwezigheid en het mechanisme van het (positieve)dikbilgen (mh/mh) bloot en begeleidde het Belgisch witblauw stamboek met wetenschappelijk advies bij de selectie-activiteiten. Een onderzoeksgroep rond prof. geneticus Michel Georges van het gentechlaboratorium te Luik (B.) is bezig met het Belgisch Witblauw-genoom te ontrafelen. Diezelfde onderzoeksgroep heeft DNA-testen ontwikkeld om dieren te testen op aanwezige (negatieve ) genen ofwel erfelijke kenmerken. Het opsporen van de erfelijke kenmerken wordt door veel fokkers ook wel verwoordt als: “het grootste geschenk uit de hemel voor het belgisch witblauw ras”. Onderstaand de 8 (tot nu toe) gekende erfelijke kenmerken binnen het BWB ras. CMD1/SMA   : Congenitale Musculaire Dystonie type 1 CMD2            : Congenitale Musculaire Dystonie type 2 SQT of KSS   : Kromme Staart Syndrome NAN/GCM      : Nanisme of Dwerggroei GP of  OD      : Verlengde drachtduur of Overdracht HAM               : Hamartoma ARTH             : Arthrogryposis SNAPC4         : Voortijdige embryonale sterfte Dankzij het uitstekende werk van het team van professor Michel Georges, is de genetische achtergrond van het BWB veel beter bestudeerd en gekend dan die van de andere vleesrassen. Door de stamboek-registratie van dieren en de kennis van nu zijn praktisch alle gegevens bereikbaar en bruikbaar. Zo kan de veehouder een weloverwogen beslissing nemen wat het best past in zijn of haar fokkerij. KI-centra zijn verplicht hun stieren te testen op de gekende erfelijke kenmerken en deze kenbaar te maken. Het stamboek raad veehouders en fokkers aan stieren met een van deze ongewenste kenmerken niet te gebruiken/in te zetten in de fokkerij, maar gebruik vrije fokstieren om de gezondheid van het ras en uw bedrijf te waarborgen voor de toekomst. Laat bij aankoop van een dekstier deze altijd testen op alle gekende erfelijke kenmerken alvorens de stier in te zetten op uw bedrijf. Wordt een vrouwelijk dier veelvuldig in de populatie ingezet (bv. met embryowinning) is het ook aan te raden deze te laten testen. Het Belgisch Witblauw ras wordt het eerste gezonde vleesras ter wereld, omdat door selectie de ongewenste kenmerken uit de populatie gefokt kunnen worden.